‘Hoezeer de Italiaanse cultuur verschilt van de Noord-Europese kun je pas zeggen wanneer je een tijd met Italianen hebt gewerkt. Een aantal verschillen springt meteen in het oog. Ontegenzeggelijk is het landschap onvergelijkbaar met het onze: glooiend, aantrekkelijk en zacht. Voor Italianen is het eten en de wijn vele malen belangrijker dan voor de noordelingen. De zomeravonden zijn aangenaam warm en de sterrenhemels nodigen uit tot onvervalste romantiek.
De sfeer in de pittoreske dorpjes waardoor je, wanneer je er doorheen wandelt, vanzelf in vakantiestemming komt, is heerlijk gemoedelijk – met op de piazza’s bankjes met vriendelijke oude mannen en vrouwen die je hartelijk groeten. Italië geeft de indruk dat alles er voortkabbelt, in een heerlijk rustig ritme.
Maar dit beeld houdt op wanneer je een huis met Italianen wil bouwen of restaureren. Dan is het krijgen van je gelijk, het niet nakomen van afspraken, het niet communiceren en daarbij hevig gesticulerend vertellen waarom de dingen niet kunnen en anders moeten, meer regel dan uitzondering. Dit beeld wordt wel vaker geschetst door mensen die het aan den lijve hebben ondervonden en noorderlingen die hier werken, maar het is toch anders als je er ineens zelf midden in zit.
Wanneer je niet beter weet, ga je vanzelf mee in deze redenatie. Klantvriendelijkheid, klantgerichtheid of ‘de klant is koning’ is ver te zoeken – maar de Italianen bedoelen het meestal echt niet slecht. Het is vooral zaak om begrip te tonen, dan lukt het samenwerken echt wel en heeft de klant uiteindelijk een prachtige woning zonder al te veel zorgen.
‘Qui lo facciamo così’ ofwel ‘hier doen we het zo’ Is een veelgehoorde kreet die nergens anders op is gebaseerd dan jarenlange herhaling. Italiaanse bouwvakkers zijn vaak mannen met weinig opleiding, zonder actueel inzicht in het gebruik van materialen. De voortgang van de techniek en de daarbij behorende methodes is hen vreemd.
De mening die zo vaak met verve wordt verdedigd als zijnde de enige waarheid is vaak gebaseerd op een, al dan niet per ongeluk gedane, uitspraak van overgrootvader die als expert beschouwd mag worden. Hij heeft immers ‘aan die enorme brug meegewerkt die de twee wereldoorlogen heeft overleefd’. Maar veegde overgrootvader de bouwplaats aan of was hij de ingenieur die het allemaal bedacht heeft? Dit wordt nooit echt duidelijk, maar gelijk had hij wel… Internet wordt niet geloofd, producten die niet uit Italië zelf komen worden met scepsis bekeken.
Wat moet je met een ambtenaar die je uitlegt waarom een bepaald type woning niet gebouwd mag worden terwijl je toch echt op site van de gemeente hebt gelezen dat er geen belemmeringen zijn? Blijf je serieus tegen de ‘dottore’ die PHD achter zijn naam heeft staan, geen woord Engels spreekt maar stug blijft volhouden dat hij is gepromoveerd in de Verenigde Staten?
Maar toch, hoe vreemd het misschien ook klinkt, ze bedoelen het niet slecht, integendeel zelfs. Ze hebben op een vreemde, vaak onnavolgbare manier het beste met je voor en willen je behoeden voor alle fouten die gemaakt kunnen worden. Dat ze zichzelf daarbij wat beter voordoen dan nodig is en hun ongelijk maar moeilijk kunnen toegeven, is voor een deel ‘folklore’.
Iedereen die wel eens in Italië is geweest, heeft er mee te maken gehad: wie cappuccino drinkt na elf uur ’s morgens krijgt enorme maagklachten, wie het na de pranzo nog waagt om in de zee te gaan zwemmen loopt het risico acuut ongeneeslijk ziek te worden. Maar ook: de picknick met Pasen – weer of geen weer, we gaan erop uit.
De maand augustus betekent vakantie voor iedere Italiaan. Vakantiespreiding is onbekend en er wordt niet nagedacht over de vele andere maanden waar het heerlijk vakantievieren zou zijn zonder alle drukte – laat staan wat het met de omzet van de lokale bar zou doen wanneer deze niet midden in het toeristenseizoen dicht zou gaan. De mentaliliteit in de bouw en de opvattingen die er heersen, zijn niet anders van aard en inhoud als de voorgaande voorbeelden. Ze zijn gebaseerd op weinig meer dan volkswijsheden, tradities en ‘van horen zeggen’. We doen het hier zo! Punt!
Je moet als buitenlander wel sterk in je schoenen staan om tegen dit soort volkswijsheden in te kunnen gaan – en meer nog, om de mentaliteit te veranderen. Dat lukt natuurlijk niet altijd voor honderd procent, maar ik kom toch een heel eind. En dan niet omdat ik de taal zo goed beheers, maar wel omdat ik een ander voordeel heb (waar ik in Nederland niet eens op kom om het te gebruiken): mijn ‘titel’.
De over het algemeen erg traditioneel ingestelde Italiaan heeft een natuurlijk, onmiddelijk en onvoorwaardelijk ontzag voor mensen met een titel en nemen zonder enige kritiek aan dat je ter zake kundig bent. Je wordt vervolgens alleen maar aangesproken met, in mijn geval, ‘ingegnere’. Dat geldt overigens niet alleen op de bouwplaats, maar tot bij de bakker aan toe. Een vreemde gewaarwording maar een waar ik dankbaar gebruik van maak om mijn punt te maken. Maar ook om planningen te volgen, budgetten te bewaken én om een extra broodje te krijgen.